coniferenuil
- (IPA in voorbereiding)
- co·ni·fe·ren·uil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coniferenuil | coniferenuilen |
verkleinwoord | coniferenuiltje | coniferenuiltjes |
de coniferenuil m
- (vlinders) Lithophane leautieri een nachtvlinder uit de familie van de Noctuidae, de uilen, met een spanwijdte van 39 tot 44 mm. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied is rond het westelijk deel van de Middellandse Zee, maar er vindt uitbreiding van het areaal in noordelijke richting plaats. Zo heeft de vlinder zich sinds 1951 gevestigd en vervolgens uitgebreid in Groot-Brittannië
- Het woord 'coniferenuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.