Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ci·li·a·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord conciliarisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het conciliarismeo

  1. (geschiedenis) (religie) beweging binnen de westerse (rooms-katholieke) kerk aan het einde van de 14e eeuw en het begin van de 15e eeuw n.Chr. met de opvatting, dat een algemeen concilie boven de paus staat [1]
    • Volgens de aanhangers van het conciliarisme moet het hoogste gezag bij de gezamenlijke bisschoppen liggen wanneer zij verenigd in een concilie bijeenkwamen.[2] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen