conciliair
- Geluid: conciliair (hulp, bestand)
- con·ci·li·air
- afgeleid van het Franse conciliaire of van concilie met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | conciliair | conciliairder | conciliairst |
verbogen | conciliaire | conciliairdere | conciliairste |
partitief | conciliairs | conciliairders | - |
conciliair [1]
- een concilie betreffend
- Het woord conciliair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.