Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·cert·tour·nee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord concerttournee concerttournees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de concerttourneev

  1. (muziek) reis die muzikanten maken om op te treden
     Niek de Groot is voor het eerst met de contrabas te horen tijdens een concerttournee met violiste Liza Ferschtman. Vanaf 9 april treedt hij op in Enschede, Heerlen, Groningen, Leiden, Haarlem en Nijmegen.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Contrabassist speelt op instrument van 1 miljoen” (Woensdag 30 maart 2016, 22:16), NOS