tournee
- tour·nee
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rondreis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1815 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tournee | tournees |
verkleinwoord | tourneetje | tourneetjes |
de tournee v
- een rondreis bedoeld om op diverse plaatsen een concert of uitvoering te verzorgen
- De Amerikaanse tournee was een groot succes.
- Het zou zelfs kunnen dat een van hen vanavond naar de laatste voorstelling van het toneelstuk gaat waarmee ik op tournee ben, dat is niet ondenkbaar; ook hier in Minnesota was Better Worlds Through Weyland-Yutani lang voordat de tournee ons hier bracht al uitverkocht. [2]
- Het woord tournee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tournee" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tournee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Harstad, JohanMax, Mischa & Het Tet-offensief 2017 ISBN 9789057598494 pagina 14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be