concertstuk
- Geluid: concertstuk (hulp, bestand)
- con·cert·stuk
- samenstelling van concert zn en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concertstuk | concertstukken |
verkleinwoord | concertstukje | concertstukjes |
het concertstuk o
- (muziek) solostuk in vrije vorm, eendelig concert
- Het woord concertstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.