concertino
- Geluid: concertino (hulp, bestand)
- con·cer·ti·no
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘klein concert’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concertino | concertino's |
verkleinwoord | - | - |
- (muziek) klein concert, instrumentaal muziekstuk
- kleine groep van instrumenten of hun bespelers die in een concerto grosso solistisch optreedt tegenover het grotere orkest
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord concertino staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "concertino" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ concertino op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- con·cer·ti·no
enkelvoud | meervoud |
---|---|
concertino | concertinos |
concertino m
- (muziek), (beroep) concertmeester
- concertino in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española