concertmeester
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·cert·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van concert en meester
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concertmeester | concertmeesters |
verkleinwoord | concertmeestertje | concertmeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de concertmeester m
- (muziek), (beroep) aanvoerder van de eerste violen in een orkest, speelt solopartijen, stelt musici aan, dirigeert bij repetities en vervangt soms de dirigent bij uitvoeringen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. concertmeester
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord concertmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.