concertpianiste
- Geluid: concertpianiste (hulp, bestand)
- IPA: / kɔnˈsɛrtpijaˌnɪste / (6 lettergrepen)
- con·cert·pi·a·nis·te
- afgeleid van concertpianist met het achtervoegsel -e of samenstelling van concert zn en pianiste zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concertpianiste | concertpianistes |
verkleinwoord | - | - |
de concertpianiste v
- (beroep) (muziek) vrouw die muziekuitvoeringen verzorgt door een vleugel te bespelen
- ▸ (…) hij is nu nog onder de indruk van een film over jazz-zangeres Nina Simone, die als getalenteerd concertpianiste in de jaren vijftig geen voet aan de grond kreeg in de klassieke muziek, omdat ze zwart was.[2]
- ▸ Haar eerste pianolessen kreeg ze van muziekuitgever Abraham Noske en diens vrouw, concertpianiste Leny Noske-Friedlaender.[3]
- ▸ Met buitenlandse staatshoofden, twee beroemde concertpianistes en een miljoenenverslindende lasershow wil Nederland in juni de aandacht vestigen op het eerste lustrum van het Europese technologieprogramma 'Eureka' en, terloops, op zichzelf.[4]
- vrouwelijke vorm van concertpianist
- Het woord concertpianiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joost Galema“Igor Levit: ‘Muziek is geen geneesmiddel tegen onmenselijkheid’” (5 februari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Marco Kamphuis“De muziek telde, niet de pianiste” (17 januari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Eureka met lasershow naar Nederland” (4 april 1991) op nrc.nl