communicabel
- Geluid: communicabel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔmyniˈkabəl / (5 lettergrepen)
- com·mu·ni·ca·bel
- van Frans communicable bn , op te vatten als afgeleid van communiceren met het achtervoegsel -abel [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | communicabel | communicabeler | communicabelst |
verbogen | communicabele | communicabelere | communicabelste |
partitief | communicabels | communicabelers | - |
communicabel
- (informeel) bereid tot communicatie, open voor een gesprek
- Het woord communicabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.