collector
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·lec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van collecteren met het achtervoegsel -or[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | collector | collectoren collectors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de collector m
- iets dat of iemand die verzamelt, een verzamelaar
- (elektrotechniek) onderdeel van een motor of dynamo waar de stroom via de borstels wordt doorgegeven aan de rotor
- (elektrotechniek) een van de 3 wezenlijke onderdelen van een transistor
- (verouderd) (beroep) belastinginner
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord collector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "collector" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be