cocktailjurk
  • cock·tail·jurk
enkelvoud meervoud
naamwoord cocktailjurk cocktailjurken
verkleinwoord cocktailjurkje cocktailjurkjes

de cocktailjurkv / m

  1. (kleding) korte, feestelijke avondjurk
     Wie niet weet wat een verkleurmannetjie (kameleon) of skemertabberd (cocktailjurk) is, kan zich nog wel redden, maar er zijn ook genoeg woorden die onherroepelijk tot een spraakverwarring leiden. Bij een robot denken Afrikaners bijvoorbeeld in eerste instantie aan een verkeerslicht.[2]
     Een taxichauffeuse in cocktailjurk achter het stuur van een gammele Lada, klinkt als een ongewone combinatie. Joep Schreuder en zijn cameraploeg kregen er in Charkov mee te maken. De vooroordelen over de auto blijken nog altijd springlevend.[3]
     De broche die de Queen op haar ivoorkleurige zijden cocktailjurk droeg, was een cadeau van haar man prins Philip uit 1966. De gouden piano op de achtergrond is aangeschaft door koningin Victoria in 1856. Op een tafeltje verderop stonden onder meer de trouwfoto's van prins Harry en Meghan en prinses Eugenie en haar man Jack.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “'Afrikaans is amper Nederlands'” (23-04-2011), NOS
  3.   Weblink bron “Ongewone taxirit door Charkov” (05-06-2012), NOS
  4.   Weblink bron “Queen houdt kersttoespraak, pers smult van items op de achtergrond” (25-12-2018), NOS