Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coach·ge·sprek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coachgesprek coachgesprekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het coachgespreko

  1. gesprek met een begeleider dat erop gericht is iemand in positieve zin te veranderen
     Meteen na de vergadering zijn er coachgesprekken, waarin coach en leerling één keer per week de behaalde doelen en de weekplanning doornemen. Vijftien minuten een individueel gesprek. Een uitkomst, vinden docenten én leerlingen.[1]
     Elke startende student moet een coachgesprek krijgen waarin de mogelijkheden van hulpverlening aan de orde komen, vindt de ChristenUnie.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Linda de Groot
    “Zweeds onderwijsmodel wint in Nederland aan populariteit” (01-06-2017), NOS
  2.   Weblink bron
    Francisca Muller
    “‘Studenten, trek aan de bel als het niet gaat‘” (11-05-2019,), Tubantia