cirrose
Nederlands
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cirrose | cirroses |
verkleinwoord | - | - |
Woordafbreking
- cir·ro·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verschrompeling’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse kirros (bleekgeel) met het achtervoegsel -ose [2]
Zelfstandig naamwoord
de cirrose v
- (medisch) elk proces waarbij orgaancellen worden vervangen door schrompelend bindweefsel
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord cirrose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cirrose" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "cirrose" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cirrose op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be