Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chro·no·graaf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chronograaf chronografen
verkleinwoord chronograafje chronograafjes

Zelfstandig naamwoord

de chronograafm

  1. instrument om nauwkeurig het begin en einde van een waarneming te registreren
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid