chrono-
Huidig bestand |
---|
7 |
- chro·no-
chrono- [1]
- chronobiologie, chronografie, chronografisch, chronometreren, chronometreur, chronometrie, chronometrisch, chronorit, chronostichon
- Het woord 'chrono-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.