chitine
- chi·ti·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schaalhuid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chitine | chitines chitinen |
verkleinwoord | - | - |
chitine [3]
- (dierkunde) (biochemie) een polysacharide, die voorkomt als bouwstof in de celwanden van schimmels en in het exoskelet van geleedpotigen, zoals insecten, kreeftachtigen en spinnen, waarbij het zorgt voor de stevigheid
- Het woord chitine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.