chimaera
- chi·mae·ra
- eponiem van Latijn chimaera dat verwijst naar Oudgrieks Χίμαιρα (Chimaira) een wezen uit de Griekse mythologie, in de betekenis van ‘monsterdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1556 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chimaera | chimaera's |
verkleinwoord | chimaeraatje | chimaeraatjes |
de chimaera v
- (mythologie) fabeldier dat gevormd is uit delen van meerdere dieren
- Het woord chimaera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chimaera" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "chimaera" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ chimaera op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be