charge with

Engels

Uitspraak

• IPA: /tʃɑːdʒ wɪð/

Woordafbreking

• charge with

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van charge en with.

vervoeging
onbepaalde wijs	to  charge with
he/she/it	charges with
verleden tijd	charged with
voltooid deelwoord	charged with
onvoltooid deelwoord	charging with
gebiedende wijs	charge with

Frase

charge with

1. overgankelijk, (juridisch) aanklagen

   «They charged him with theft.»

   Ze klaagde hem aan wegens diefstal.

Synoniemen

• to accuse

Verwante begrippen

• to blame