chance
- chan·ce
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chance | chances |
verkleinwoord | - | - |
de chance v
- Het woord chance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chance" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ chance op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Afkomstig van het Oudfranse cheance.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
chance | chances |
chance
- kans
- «You have no chance. »
- Je hebt/maakt geen kans.
- «You have no chance. »
- afgeleid van het Oudfranse cheance
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
chance | la chance | chances | les chances |
chance v
- kans
- «Bonne chance!»
- Veel geluk/succes!
- «Bonne chance!»
Naar frequentie | 639 |
---|