champignonkwekerij

  • cham·pig·non·kwe·ke·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord champignonkwekerij champignonkwekerijen
verkleinwoord

de champignonkwekerijv

  1. (landbouw) bedrijf waar men champignons produceert
     Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat plukkers voor de champignonkwekerij met mooie verhalen in Polen werden geworven, maar dat alle beloften over loon, huisvesting en arbeidsomstandigheden niet werden nagekomen.[2]
     In Winschoten is een schaftkeet op een terrein van voormalig champignonkwekerij Synergon uitgebrand. Een voorbijganger zag het vuur en waarschuwde de hulpdiensten. De politie onderzoekt of de brand is aangestoken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Champignonkweker twee jaar de cel in voor uitbuiten Polen” (Donderdag 10 november 2016, 14:58), NOS
  3.   Weblink bron “Brand in schaftkeet Winschoten” (Zaterdag 6 oktober 2012, 02:21), NOS