chador
- cha·dor
- Leenwoord uit het Hindi, in de betekenis van ‘sluier van islamitische vrouwen’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
- van het Perzisch چادر (chādar) "tent, chador"; ook Hindi चादर[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chador | chadors |
verkleinwoord | - | - |
de chador m
- mantel van vrouwelijke moslims die het hele lichaam, behalve de handen en het gezicht bedekt
- Het woord chador staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chador" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "chador" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ chador op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be