chacopieper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  chacopieper    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• cha·co·pie·per

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Chaco en  en  pieper zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	chacopieper	chacopiepers
verkleinwoord	chacopiepertje	chacopiepertjes

Zelfstandig naamwoord

de chacopieper m

1. (zangvogels) Anthus chacoensis  een soort zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten van het geslacht Anthus . Deze soort komt voor in Paraguay en Argentinië

Hyperoniemen

• kwikstaarten en piepers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'chacopieper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.