Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ce·der·hout·mos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cederhoutmos cederhoutmossen
verkleinwoord cederhoutmosje cederhoutmosjes

Zelfstandig naamwoord

het cederhoutmoso

  1. (mossen) Lophozia bicrenata   een levermos uit de familie Lophoziaceae  . Het leeft op humus. De roodachtige broedkorrels en de liggende takken onderscheiden het cederhoutmos van het er overigens wel op gelijkende duintrapmos (Lophozia excisa). Verse planten ruiken naar cederhout. De soort is vooral te vinden op steilkanten in bos en hei, boswalletjes, langs paden etc
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie