Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·via·po·li·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord caviapolitie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de caviapolitiev

  1. (informeel) (schertsend) afdeling van de politie die zich bezighoudt met misdrijven tegen dieren
     GroenLinksleider Sap zei dat het kabinet alleen maar werkt aan schijnoplossingen. "Wat heeft Nederland aan een boerkaverbod en caviapolitie en wat moeten we met kernenergie en 130 kilometer per uur?", zei ze.[1]
     De 'caviapolitie', zo werd het vaak spottend genoemd. Het was het paradepaardje van PVV-er Dion Graus maar na amper een half jaar dreigt het einde voor de dierenpolitie al. 500 stuks van de zogenaamde 'animal cops' was de deal in het gedoogakkoord van Wilders.[2]
     In de praktijk komt dit laatste vaak neer op: complexe onderwerpen versleutelen tot een simpel gegeven met simpele oplossingen, een populaire verwerkingsmethode onder politici en mensen met een niet al te hoog IQ. Dit zal ik wel weer niet mogen zeggen, want denigrerend en zo, maar het is wel opvallend dat politici steeds meer gaan praten en redeneren als het type mensen waar ik (naar aanleiding van mijn columns) nogal eens boze mails van krijg. Mensen die zo vriendelijk zijn een enkele reis naar Istanboel voor mij te willen bekostigen of mij een folkloristisch inkijkje in het Nederlandse scheldwoordenarsenaal gunnen. Prima lui vast, hoor. Meestal zeer begaan met dieren ook. Niet voor niets werd speciaal voor deze empathische groep door Wilders de caviapolitie in het leven geroepen.[3]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Linkse partijen kraken kabinetsbeleid” (Zondag 16 januari 2011, 18:10), NOS
  2.   Weblink bron “Einde nadert voor 'caviapolitie'?” (Donderdag 26 april 2012, 13:34), NOS
  3.   Weblink bron
    Johanna Geels
    “Grote problemen, simpele oplossingen (of: hoe de blondepruikenmaffia regeert)” (28/04/2015), HP de Tijd