Nederlands

 
Dit cassetteplafond boven een trap in de Biblioteca Marciana   is uitbundig gestuct en beschilderd.
Uitspraak
Woordafbreking
  • cas·set·te·pla·fond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cassetteplafond cassetteplafonds
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het cassetteplafondo

  1. (bouwkunde) bovenkant van een ruimte in een gebouw die een patroon van meestal rechthoekige uitsparingen heeft
     De balklaag boven de hal bestaat uit twee moerbalken, die gekruist worden door twee ingelaten even zware balken, zodat een cassetteplafond van negen vakken ontstaat.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marceline Dolfin e.a.
    “Utrecht. De huizen binnen de singels. Beschrijving.” (1989), SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 9012058740, p. 302