Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • cam·po·ho·len·gra·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord campoholengraver campoholengravers
verkleinwoord campoholengravertje campoholengravertjes

Zelfstandig naamwoord

de campoholengraverm

  1. (zangvogels) Geositta poeciloptera   een zangvogel uit de familie Furnariidae   (ovenvogels). Deze soort komt voor in het zuidelijke deel van Centraal-en zuidoostelijk Zuid-Amerika in het zuidelijke deel van Centraal-Brazilië en noordoostelijk Bolivia
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie