Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·mi·no
enkelvoud meervoud
camino caminos

Zelfstandig naamwoord

camino m

  1. weg, pad
  2. route, reisweg
  3. middel, manier, methode
Synoniemen

Verwijzingen


Werkwoord

vervoeging van
caminar

camino

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caminar