Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buur·meis·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord buurmeisje buurmeisjes

Zelfstandig naamwoord

buurmeisje o dim. tant.

  1. een kind van het vrouwelijk geslacht dat naast je woont
    • Janneke is het buurmeisje van Jip. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be