bustle
- Van Middelengels bresten, Angelsaksisch bersten. Of anders van busk ww met het achtervoegsel -le .[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bustle | bustles |
bustle
- bedrijvigheid, drukte
- commotie, opschudding
- (historisch), (kleding) tournure [2]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bustle |
he/she/it | bustles |
verleden tijd | bustled |
voltooid deelwoord |
bustled |
onvoltooid deelwoord |
bustling |
gebiedende wijs | bustle |
bustle
- onovergankelijk druk bezig zijn, druk in de weer zijn
- onovergankelijk zich haasten
- overgankelijk opjagen