[2] tournure
  • tour·nu·re
enkelvoud meervoud
naamwoord tournure tournures
verkleinwoord

de tournurev / m

  1. plotselinge wending
    • Het Louvre in Abu Dhabi en onze aanstaande reis daar naartoe kwamen volledig uit de lucht vallen. Tot het begin van dit hoofdstuk wist ik niet eens af van het bestaan van dit Arabische prestigeproject in aanbouw. Ik had deze tournure in eerdere hoofdstukken graag aangekondigd, voorbereid en gemotiveerd gezien. Dan zou ik zeker meer vertrouwen in het plot hebben gehad. [3] 
    • Tillerson verwijt Moskou niet alleen incompetentie – de Russen zouden Syrië niet hebben kunnen bewegen alle chemische wapens te verwijderen – maar wil nu ook dat Assad het liefst zo snel mogelijk van het toneel verdwijnt. Een tournure in het Amerikaanse beleid dat komt als een onaangename verrassing voor Moskou. [4] 
  2. (kleding) (verouderd) onderdeel van vrouwenkleding dat er voor zorgt dat de rok bij de billen bol uitstaat
    • 'Passend gekleed' met hun 'knapste goed' gingen dames uit de midden- en hogere klasse gekleed tijdens speciale momenten. Strak ingeregen in het korset met onder het kledij ook nog eens een crinoline of tournure om het kledingstuk een klokvorm te geven. Rokken en jurken van zijde of wol die werden versierd met kralen, kant en band. [5] 
32 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[6]
  1. tournure op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Pfeiffer, Ilja Leonard
    "Grand Hotel Europa" 2018 ISBN 978-90-295-2622-7 pagina 520
  4. De Telegraaf PIETER WATERDRINKER 10 apr. 2017 Kremlin klaar om de anti-Trump trom te roeren
  5. De Telegraaf CAROLIEN VLIETSTRA 08 nov. 2012 Knap goed
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be