Nederlands

 
bustaxi
Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·taxi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bustaxi bustaxi's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bustaxim

  1. een kleine personenbus die op afroep rijdt op trajecten die door te weinig passagiers worden gebruikt om vervoer met een stadsbus te rechtvaardigen
    • Het experiment met bustaxi's als aanvulling op het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen is mislukt. [1] 
    • Het OCMW kocht twee nieuwe busjes aan, zodat de drie dienstencentra nu over een eigen 'bustaxi' beschikken. Daarmee kunnen minder mobiele inwoners opgehaald worden om deel te nemen aan de activiteiten. De twee busjes kostten 105.000 euro. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. NRC 22 januari 1992 Experiment met Zeeuwse bustaxi wordt beëindigd
  2. De Standaard 19 MAART 2009 Bustaxi
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be