busstrook
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bus·strook
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bus zn en strook zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | busstrook | busstroken |
verkleinwoord | busstrookje | busstrookjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) een weg of gedeelte van een weg waar alleen bussen (en trams) mogen rijden.
- Busstroken en -banen dragen bij aan een betere doorstroming van het busverkeer, waardoor reizigers sneller van A naar B kunnen reizen en het vervoerbedrijf minder bussen en personeel nodig heeft om dezelfde ritfrequentie te kunnen aanbieden.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.