Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bu·ru·ho·ning·eter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buruhoningeter buruhoningeters
verkleinwoord buruhoningetertje buruhoningetertjes

Zelfstandig naamwoord

de buruhoningeterm

  1. (zangvogels) Lichmera deningeri   een zangvogel uit de familie Meliphagidae   (honingeters). Deze soort is endemisch op de zuidelijke Molukken, een eilandengroep in het oosten van de Indische Archipel, gelegen tussen Celebes, de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Timor
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie