burcovat

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bʊrtsɔvat/

Woordafbreking

• bur·co·vat

Werkwoord

burcovat imperfectief  

1. op een grove manier wekken; bijvoorbeeld wakker schudden
2. mobiliseren, aanzetten, oproepen

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		burcuji (burcuju)	burcujeme
tweede persoon	informeel	burcuješ	burcujete
	formeel	burcujete
derde persoon		burcuje	burcují (burcujou)

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: burcovati imperfectief

Synoniemen

1. budit imperfectief, lomcovat
2. vytrhovat, alarmovat, vyrušovat, vyvolávat poplach, podněcovat, (verouderd) harangovat, rozohňovat

Afgeleide begrippen

• burcování o
• burcující
• vyburcovat
• zburcovat

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)