Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bulk·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bulkvaart bulkvaarten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bulkvaartv / m

  1. vrachtscheepvaart voor onverpakte stortgoederen
     In de tankvaart is de komende jaren sprake van overcapaciteit en ook de bulkvaart stagneert. Bovendien is de financiële positie van vooral kleine binnenvaartondernemers niet rooskleurig, aldus het economisch bureau van de ING.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zwaar jaar voor binnenvaart” (Dinsdag 13 maart 2012, 12:20), NOS