bukskin
- buk·skin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bukskin | bukskins |
verkleinwoord | - | - |
het bukskin o
- (textielindustrie) (geschiedenis) dik en sterk weefsel dat helemaal of voor een deel uit wol bestaat die gekeperd is geweven, samengeperst, wat geruwd en aan één kant geschoren; meestal gebruik voor herenkleding die slijtvast moet zijn
- We memoreren dat er twee 'leersoorten' zijn die niet in onze indeling passen. Bergleder is geen leer, maar een in dikke platen voorkomende vorm van amicanthus — asbest. En wolleer of bukskin is echt een (sterk gekeperde) geweven wollen stof. [3]
- Het woord 'bukskin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bukskin" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bukskin op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Ouden, A. den"Looien, drogen, touwen" in: NRC Handelsblad jrg. 19 nr. 301 (26 september 1989); p. 25 (W&O 4) kol. 1; geraadpleegd 2019-09-22
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be