buigtang
- buig·tang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buigtang | buigtangen |
verkleinwoord |
- een tang waarmee je buizen kunt buigen
- Het andere kind moest vervolgens, terwijl het vuur aanwakkerde nog uit de auto worden gehaald. Agenten waren inmiddels gearriveerd, maar kregen het zijraam niet open. Daarom haalde Vincent een buigtang uit zijn auto waarmee hij de achterruit insloeg, waarna agenten het kind eruit konden halen. Het was net op tijd, want er ontstond een vuurzee. [2]
- Buig de stugge buis in het midden met een buizenbuigtang in een hoek van ongeveer 60 graden. Eén uiteinde steek je door het gat in de deksel. Dicht af met wat kit. Maak een stuk of vier of vijf windsels in de buigzame koperen buis. Gebruik hiervoor een buigtang of vouw de buis uiterst voorzichtig om iets ronds zoals een boomstronk of dikke tafelpoot. Zorg ervoor dat je zowel aan de boven- als de onderzijde een stuk rechte buis over houdt. [3]
- kleine tang waarmee je iets kunt buigen of waaromheen je iets kunt buigen
- Na flink oefenen kunnen beide mannen vandaag complexe taken verrichten met hun handen, gaande van een telefoonnummer draaien tot het met schroevendraaiers en buigtangen in elkaar zetten van de bedrading van een stopcontact. [4]
- [1] buigijzer
- [1] buizenbuigtang
- Het woord buigtang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buigtang" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-01-17 Held Vincent (26) kan niet meer stuk na reddingsactie
- ↑ NRC Meneer Wateetons 2 augustus 2010 Destillatiekolom
- ↑ De Standaard 09 APRIL 2009 Hersenen spelen soepel in op donorhand
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be