Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bui·del·eek·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buideleekhoorn buideleekhoorns
verkleinwoord buideleekhoorntje buideleekhoorntjes

Zelfstandig naamwoord

de buideleekhoornm

  1. (buideldieren) Gymnobelideus leadbeateri   buideldier uit de familie der buideleekhoorns (Petauridae). Het is de enige soort van het geslacht Gymnobelideus, dat het nauwst verwant is aan de suikereekhoorns (Petaurus)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie