bugzoeker
- bug·zoe·ker
- samenstelling van bug zn en zoeker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bugzoeker | bugzoekers |
verkleinwoord | - | - |
de bugzoeker m
- (persoon) (informatica) iemand die fouten in computerprogramma's opspoort
- ▸ Google heeft 200.000 dollar uitbetaald aan mensen die bugs in Android hebben gevonden. Zelf kun je ook bugzoeker worden.[1]
- (techniek) apparaat om afluisterapparatuur op te sporen
- Beveiligers met bugzoekers controleerden het vergaderzaaltje voor elke bijeenkomst.
- Het woord 'bugzoeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Jarno Stinissen“Google betaalt 200.000 dollar aan vinders van bugs in Android” (30 januari 2016) op androidplanet.nl