buffelgras

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  buffelgras    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• buf·fel·gras

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  buffel  en  gras zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	buffelgras	buffelgrassen
verkleinwoord	buffelgrasje	buffelgrasjes

Zelfstandig naamwoord

het buffelgras o

1. (bloemplanten) Cenchrus ciliaris  een gewas dat behoort tot de lampenpoetsergrassen dat wereldwijd geïntroduceerd is op plaatsen waar deze niet oorspronkelijk vandaan komt. Buffelgras is veelvuldig geïntroduceerd omdat het zo geschikt is als begrazingsgewas. Het is zeer geschikt omdat het buffelgras na begrazing weer goed in staat is terug te groeien en omdat het gras diep geworteld is en dus niet door de grazers tijdens het eten uit de grond getrokken wordt

Hyperoniemen

• lampenpoetsergras, grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'buffelgras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] buffelgras op Wikidata