• bry·ne
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord brýna
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord brýni
vervoeging
onbepaalde wijs bryne
tegenwoordige tijd bryner
verleden tijd brynte
voltooid
deelwoord
brynt
onvoltooid
deelwoord
brynende
lijdende vorm brynes
gebiedende wijs bryn
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

bryne

  1. overgankelijk scherpen, slijpen
  • bryne ljåen
zijn zeis slijpen


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bryne     brynet     bryner     bryna
brynene  
genitief   brynes     brynets     bryners     brynas
brynenes  

bryne, o

  1. (gereedschap) slijpsteen, wetsteen



  • bry·ne
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord brýna
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord brýni
vervoeging
onbepaalde wijs bryne
bryna
tegenwoordige tijd bryner
verleden tijd brynte
voltooid
deelwoord
brynt
onvoltooid
deelwoord
brynande
lijdende vorm brynast
gebiedende wijs bryn
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

bryne

  1. overgankelijk scherpen, slijpen
  • bryne ljåen
zijn zeis slijpen
  • bryne nebben
zijn snavel scherpen


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bryne     brynet     bryne     bryna  

bryne, o

  1. (gereedschap) slijpsteen, wetsteen

bryne, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bryne