Nederlands

 
wetsteen
Uitspraak
Woordafbreking
  • wet·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wetsteen wetstenen
verkleinwoord wetsteentje wetsteentjes

Zelfstandig naamwoord

de wetsteenm

  1. een stuk gereedschap, bestaande uit een steen met een vlak oppervlak, die uit zeer fijne korrels bestaat, waarmee je scherp gereedschap van kleine braampjes kan ontdoen, bijvoorbeeld na het slijpen
    • Hij wisselt de mesjes voordat Heutinck er aan moet geloven. "Vroeger werden gewoon twintig mannen achter elkaar met hetzelfde mes geschoren. Even langs een leren riem trekken, scherpen aan een wetsteen en het kon weer doorgaan. De eisen voor hygiëne laten dat echter niet meer toe." [2] 
    • Alles opnieuw gemaakt. Toen bleken alle messen bot. Dan ga je door de grond. Bij de buurvrouw een wetsteen gehaald, mes geslepen en eindelijk lag de rosbief in mooie dunne plakken op de schaal, rijkelijk overgoten met een bruine pepersaus. De dames hadden nog nooit zoiets gegeten, zeiden ze. Ik ook niet. [3] 
    • Aan de andere kant hoort hij hoe dijkwerkers hun zeisen haren en wetten, dat schrapende, roestige geluid van de wetsteen over de snede zal hem altijd bijblijven.” [4] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 14-04-08 'Spiegelglad heeft aantrekkingskracht'
  3. De Telegraaf FELIX WILBRINK 10 jun. 2018 Nie wieder
  4. Reformatorisch Dagblad 22-09-2016 Spotlight: Dorp aan de rivier
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be