brutominimumloon
- bru·to·mi·ni·mum·loon
- samenstelling van bruto bw en minimumloon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brutominimumloon | brutominimumlonen |
verkleinwoord |
het brutominimumloon o
- (economie) het laagste bedrag dat een werkgever wettelijk verplicht is aan een werknemer als loon te betalen voor aftrek van belastingen en sociale premies
- ▸ Voor ACV-voorzitter Luc Cortebeeck is "het behoud van de index" belangrijk, en moet er ruimte voor marges zijn, onder meer in de sociale zekerheid. "De brutominimumlonen moeten omhoog" zei Rudy De Leeuw van het ABVV. Voor hem is ook de welvaartsvastheid van de uitkeringen belangrijk.[1]
- ▸ De drie partijen hebben onder meer afgesproken dat er een wettelijk brutominimumloon van 8,50 euro per uur wordt ingevoerd en dat het aandeel duurzame energie in het totale energiegebruik van de Duitsers in 2025 moet zijn gestegen tot 40 à 45 procent.[2]
- Het woord brutominimumloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron wle“Groep van Tien start loonoverleg” (15/11/2010), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Merkel tekent regeerakkoord met SPD” (16-12-2013), Tubantia