brutomaandsalaris
- bru·to·maand·sa·la·ris
- samenstelling van bruto bw en maandsalaris zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brutomaandsalaris | brutomaandsalarissen |
verkleinwoord |
het brutomaandsalaris o
- (financieel) de hoeveelheid geld die een werknemer per maand ontvangt voordat de loonbelasting en de premie voor de sociale volksverzekeringen zijn afgetrokken
- ▸ Voorzitter Netty van den Nieuwboer van de raad van toezicht van AveleijnSDT laat weten dat het geld is bedoeld als bonus voor uitzonderlijke prestaties in de afgelopen jaren. De kosten voor de organisatie zouden jaarlijks minder bedragen dan een brutomaandsalaris van Van Praet. Als 'tegenprestatie' moet hij de komende jaren bij de instelling blijven.[1]
- ▸ De voorzitter zou een verzoek indienen voor loonaftrek tot wel 25% van hun brutomaandsalaris.[2]
- Het woord brutomaandsalaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Bussemaker vindt lening onbegrijpelijk” (23-09-2009), Tubantia
- ↑ Weblink bron Bram van Wijnen“Waarom grootmacht Napoli weer terug is bij af” (24-01-2020), Tubantia