bruteringsoperatie

  • bru·te·rings·ope·ra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord bruteringsoperatie bruteringsoperaties
verkleinwoord

de bruteringsoperatiev

  1. de verzelfstandiging van de woningbouwverenigingen
     Ook in de jaren 80 en 90 nam het vertrouwen van de politiek in meer marktwerking op de woningmarkt toe. Regels en procedures werden afgeschaft. En tussen 1995 en 2000 werden de banden tussen overheid en woningcorporaties helemaal doorgesneden, in wat de bruteringsoperatie is gaan heten (officieel de Wet Balansverkorting).[2]
     Het zag er in het begin van de bruteringsoperatie (de verzelfstandiging van woningbouwverenigingen) goed uit, vindt oud-staatssecretaris Tommel van D66. "De corporatiedirecteuren kwamen toen allemaal uit de sociale sector en konden naar mijn idee met verstand en hart met de zaak omgaan. Ik had er een goed gevoel over." Dat gevoel verdween in latere jaren, na 1998, toen de opvolgende ministers en staatssecretarissen het toezicht op de sector lieten verslappen.[3]
  2. het aan aandeelhouder toekennen van een aandeel in de winst plus de daarover verschuldigde inkomensbelasting
  1. bruteringsoperatie op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Wat ging er mis bij de corporaties?” (Woensdag 4 juni 2014, 06:22), NOS
  3.   Weblink bron “Enquête Woningcorporaties: het begon goed” (Woensdag 4 juni 2014, 17:40), NOS