Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bruin·kop·koe·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruinkopkoevogel bruinkopkoevogels
verkleinwoord bruinkopkoevogeltje bruinkopkoevogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de bruinkopkoevogelm

  1. (zangvogels) Molothrus ater   een zangvogel uit de familie troepialen (Icteridae). Het mannetje van deze soort lijkt wel wat op de Europese merel. Hij is echter niet geheel zwart maar heeft een bruine kop. Het vrouwtje of pop is minder opvallend bruin. De lichaamslengte bedraagt 19 cm
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie