bruinkleurig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bruin·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruin bn en kleurig zn
stellend | |
---|---|
onverbogen | bruinkleurig |
verbogen | bruinkleurige |
partitief | bruinkleurigs |
Bijvoeglijk naamwoord
bruinkleurig [1]
- met een bruine kleur
- ▸ Vorige week werden er opnieuw van die plekjes gevonden op ramen. Toen waren ze bruinkleurig. Ook die werden onderzocht. Nu blijkt dat niet te herleiden is uit welk materiaal die spikkels bestaan.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'bruinkleurig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Herkomst mysterieuze spikkels Geleen blijft mysterie” (Donderdag 10 november 2016, 12:25), NOS