[1] bruid met bruidssluier
 
[2] slingerplant bruidsluier
  • bruids·slui·er
enkelvoud meervoud
naamwoord bruidssluier bruidssluiers
verkleinwoord

de bruidssluierm

  1. de sluier van een bruid
    • Inderdaad klimmen de dansers voortdurend achter titelrolvertolker Martijn Cornet aan, tijdens een repetitie een week vóór de première. Toch vindt Cornet een rustig moment om het verloofde boerenmeisje Zerlina (Lilian Farahani) te versieren bovenop de loopbrug: haar bruidssluier wordt afgenomen en dwarrelt tien meter omlaag. Waarna Cornet het weer op een hollen moet zetten omdat een bedrogen ex hem betrapt.[2] 
  2. een slingerplant
    • Hopelijk is er ook nog iets van een border aanwezig. Vervang de oude grond door goede bemeste tuinaarde die eveneens in zakken wordt verkocht. In een border hebben vaste planten en struiken betere overlevingskansen dan in bloembakken omdat ze minder verzorging nodig hebben. Als er ook nog een muur is, kan er bijvoorbeeld een mooie clematis of een allesbedekkende bruidssluier groeien langs een rek of langs strakgespannen draden.[3]  
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Floris Don 17 augustus 2016
  3. NRC Marion van Eeuwen 18 maart 2008
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be