browsen
- brow·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
browsen |
browsede browsete |
gebrowsed gebrowset |
zwak -t
zwak -d |
volledig |
browsen
- (informatica) bestanden zoals webpagina's op een beeldscherm raadplegen, bekijken (met een browser)
- Het woord browsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "browsen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ browsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be